Vlak na de geboorte kijkt de verloskundige of arts je baby snel na. Hiervoor is de Apgarscore belangrijk: een score die wat zegt over de conditie van je kindje op het moment dat de test wordt afgenomen.

De afkorting APGAR staat voor 5  belangrijke punten:

A = activity (activiteit)
P = pulse (hartslag)
G = grimace (grimas, onbeweeglijk gezichtje, niezen/hoesten)
A = appearance (uiterlijk, kleur huid bijvoorbeeld)
R = respiration (ademhaling)

Je kind kan op elk punt 0, 1 of 2 punten scoren, dus maximaal een 10. Een Apgarscore boven de 7 is normaal. Tussen de 4 en 7 geeft aanleiding tot ingrijpen. Bij een score van 3 of lager moet er medische hulp geboden worden. De test wordt na één minuut, vijf minuten en tien minuten gedaan na de geboorte. Bij de tweede test heeft een baby over het algemeen een hogere score.